In dit gedeelte worden de instellingen voor het afdrukken vanaf een computer waarop Windows 2000/XP of Windows Server 2003 is geïnstalleerd naar een printer die is aangesloten via de USB-poort.
Terug naar "Driverinstallatie" bovenzijde pagina
Controleer het volgende alvorens u begint met de installatie:
Start het driver-installatieprogramma op deze cd-rom en voeg een printerdriver aan deze computer toe.
Er moeten zeven stappen worden uitgevoerd.
Het driver-installatieprogramma wordt geactiveerd en het scherm [Driver-installatieprogramma - Instelling] wordt weergegeven.
Het scherm [Driver-installatieprogramma - Verbindingsmethode controleren] wordt weergegeven.
Het scherm [Lokale printer] wordt weergegeven.
Het scherm [Software License Agreement] wordt weergegeven.
De installatie wordt uitgevoerd.
Er wordt een afbeelding van de printer, het printermodel en het printeradres weergegeven.
Nadat de instelling is voltooid, wordt het scherm [Instelling voltooid] weergegeven.
Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven.
De installatie is voltooid.
Voer de volgende stappen uit om door te gaan met de installatie van de printerdriver.
Er moeten 10 stappen worden uitgevoerd.
De computer detecteert automatisch nieuwe hardware en de vereiste software wordt geïnstalleerd. Hiermee eindigt de instelling van de USB-poort.
De manier van het openen van de printermap variëert, afhankelijk van het gebruikte OS.
Windows 2000:
Klik op [Start] - [Instellingen] - [Printers].
Windows XP of Windows Server 2003:
Klik op [Start] - [Printers en faxapparaten].
Windows Vista:
klik op [Start] - [Configuratiescherm] - [Hardware en geluiden] - [Printers].
Het venster [Printers] wordt weergegeven.
Het dialoogvenster [Eigenschappen] wordt weergegeven.
Selecteer deze poort en klik op [Toepassen].
Er wordt een dialoogvenster weergegeven om te bevestigen of het afdrukken goed is verlopen.
Hiermee eindigt de instelling van de USB-poort voor de printer.
Voer de volgende procedure uit om na te gaan om de printerpictogrammen zijn aangemaakt.
De map met printers wordt weergegeven. Controleer of de pictogrammen voor de gespecificeerde printers in de map zitten.
Hiermee eindigt de printervoorbereiding.